Apparaatbeheer inschakelen of uitschakelen

U kunt apparaatbeheer inschakelen wanneer u een beschermingsschema maakt. U kunt een bestaand beschermingsschema wijzigen om apparaatbeheer in of uit te schakelen.

Apparaatbeheer inschakelen of uitschakelen

  1. Ga in de serviceconsole naar Apparaten > Alle apparaten.
  2. Voer een van de volgende handelingen uit om het deelvenster voor het beschermingsschema te openen:
    • Als u een nieuw beschermingsschema wilt maken, selecteert u een machine om te beschermen en klikt u vervolgens op Beschermen en op Schema maken.
    • Als u een bestaand beschermingsschema wilt wijzigen, selecteert u een beschermde machine, klikt u op Beschermen, klikt u op de ellips naast de naam van het beschermingsschema en klikt u vervolgens op Bewerken.
  3. Ga in het deelvenster voor het beschermingsschema naar het gebied Apparaatbeheer en klik om de optie Apparaatbeheer in of uit te schakelen.
  4. Voer een van de volgende handelingen uit om uw wijzigingen door te voeren:
    • Als u een beschermingsschema maakt, klikt u op Maken.
    • Als u een beschermingsschema bewerkt, klikt u op Bewerken.

Indien gewenst, kunt u het deelvenster voor het beschermingsschema ook openen vanaf het tabblad Schema's. Deze mogelijkheid is echter niet beschikbaar in alle edities van de Cyber Protection-service.