Een beschermingsschema maken

Een beschermingsschema kan worden toegepast op meerdere machines wanneer u het schema aanmaakt of later. Wanneer u een schema maakt, worden het besturingssysteem en het apparaattype (bijvoorbeeld werkstation, virtuele machine, enzovoort) gecontroleerd. Alleen de schemamodules die van toepassing zijn op uw apparaten, worden weergegeven.

Een beschermingsschema kunt u als volgt maken.

Het eerste beschermingsschema maken in het gedeelte Apparaten

  1. Ga in de serviceconsole naar Apparaten > Alle apparaten.
  2. Selecteer de machines die u wilt beschermen.
  3. Klik op Beschermen en vervolgens op Schema maken.
    Het beschermingsschema met de standaardinstellingen wordt dan geopend.

  4. [Optioneel] Klik op het potloodpictogram naast de naam om de naam van het beschermingsschema te wijzigen.
  5. [Optioneel] Klik op de optie naast de modulenaam om de schemamodule in of uit te schakelen.
  6. [Optioneel] Als u de parameters van de module wilt wijzigen, klikt u op het desbetreffende gedeelte van het beschermingsschema.
  7. Wanneer u klaar bent, klikt u op Maken.

De modules Back-up, Antivirus- en antimalwarebeveiliging, Evaluatie van beveiligingsproblemen, Patchbeheer en Overzicht van gegevensbescherming kunnen op aanvraag worden uitgevoerd door te klikken op Nu uitvoeren.

Zie Een beschermingsschema voor noodherstel maken voor meer informatie over de module Noodherstel.

Zie Apparaatbesturing voor meer informatie over de Apparaatbeheermodule.