Firewallregels instellen voor cloudservers
U kunt de standaardfirewallregels voor de primaire server en herstelserver in de cloud bewerken.
De firewallregels van een server op uw cloudsite bewerken
-
Ga in de serviceconsole naar Noodherstel > Servers.
-
Als u de firewallregels van een herstelserver wilt bewerken, klikt u op het tabblad Herstelservers. En als u de firewallregels van een primaire server wilt bewerken, klikt u op het tabblad Primaire servers.
-
Klik op de server en klik vervolgens op Bewerken.
-
Klik op het tabblad Cloudfirewallregels.
-
Als u de standaardactie voor de inkomende verbindingen wilt wijzigen:
-
Ga naar het vervolgkeuzeveld Inkomend en selecteer de standaardactie.
Actie Beschrijving Alles weigeren Hiermee wordt elk inkomend verkeer geweigerd.
U kunt uitzonderingen toevoegen en verkeer van specifieke IP-adressen, protocollen en poorten toestaan.
Alles toestaan Hiermee wordt al het inkomende TCP- en UDP-verkeer toegestaan.
U kunt uitzonderingen toevoegen en verkeer van specifieke IP-adressen, protocollen en poorten weigeren.
Door de standaardactie te wijzigen wordt de configuratie van bestaande regels voor inkomend verkeer ongeldig gemaakt en verwijderd.
-
Als u de bestaande uitzonderingen wilt opslaan, selecteert u in het bevestigingsvenster de optie Ingevulde uitzonderingen opslaan.
-
Klik op Bevestigen.
-
-
Als u een uitzondering wilt toevoegen:
-
Klik op Uitzondering toevoegen.
-
Geef de firewallparameters op.
Firewallparameter Beschrijving Protocol Selecteer het protocol voor de verbinding. De volgende opties worden ondersteund:
-
TCP
-
UDP
-
TCP+UDP
Serverpoort Selecteer de poorten waarop de regel van toepassing is. U kunt het volgende opgeven:
-
een specifiek poortnummer (bijvoorbeeld 2298)
-
een reeks poortnummers (bijvoorbeeld 6000-6700)
-
elk poortnummer. Gebruik * als u wilt dat de regel wordt toegepast voor elk poortnummer.
IP-adres van client Selecteer de IP-adressen waarop de regel van toepassing is. U kunt het volgende opgeven:
-
een specifiek IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.0)
-
een reeks IP-adressen met de CIDR-indeling (bijvoorbeeld 192.168.0.0/24)
-
elk IP-adres. Gebruik * als u wilt dat de regel wordt toegepast voor elk IP-adres.
-
-
-
Als u een bestaande uitzondering voor inkomend verkeer wilt verwijderen, klikt u op het pictogram van de prullenbak ernaast.
-
Als u de standaardactie voor de uitgaande verbindingen wilt wijzigen:
-
Ga naar het vervolgkeuzeveld Uitgaand en selecteer de standaardactie.
Actie Beschrijving Alles weigeren Hiermee wordt elk uitgaand verkeer geweigerd.
U kunt uitzonderingen toevoegen en verkeer naar specifieke IP-adressen, protocollen en poorten toestaan.
Alles toestaan Hiermee wordt al het uitgaande verkeer toegestaan.
U kunt uitzonderingen toevoegen en verkeer van specifieke IP-adressen, protocollen en poorten weigeren.
Door de standaardactie te wijzigen wordt de configuratie van bestaande regels voor uitgaand verkeer ongeldig gemaakt en verwijderd.
-
Als u de bestaande uitzonderingen wilt opslaan, selecteert u in het bevestigingsvenster de optie Ingevulde uitzonderingen opslaan.
-
Klik op Bevestigen.
-
-
Als u een uitzondering wilt toevoegen:
-
Klik op Uitzondering toevoegen.
-
Geef de firewallparameters op.
Firewallparameter Beschrijving Protocol Selecteer het protocol voor de verbinding. De volgende opties worden ondersteund:
-
TCP
-
UDP
-
TCP+UDP
Serverpoort Selecteer de poorten waarop de regel van toepassing is. U kunt het volgende opgeven:
-
een specifiek poortnummer (bijvoorbeeld 2298)
-
een reeks poortnummers (bijvoorbeeld 6000-6700)
-
elk poortnummer. Gebruik * als u wilt dat de regel wordt toegepast voor elk poortnummer.
IP-adres van client Selecteer de IP-adressen waarop de regel van toepassing is. U kunt het volgende opgeven:
-
een specifiek IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.0)
-
een reeks IP-adressen met de CIDR-indeling (bijvoorbeeld 192.168.0.0/24)
-
elk IP-adres. Gebruik * als u wilt dat de regel wordt toegepast voor elk IP-adres.
-
-
-
Als u een bestaande uitzondering voor uitgaand verkeer wilt verwijderen, klikt u op het pictogram van de prullenbak ernaast.
-
Klik op Opslaan.