USB-apparaten toevoegen aan of verwijderen uit de database

Als u een bepaald USB-apparaat wilt uitsluiten van toegangsbeheer, moet u het toevoegen aan de database van USB-apparaten. Vervolgens kunt u apparaten toevoegen aan de acceptatielijst door ze te selecteren in die database.

De volgende procedures zijn van toepassing op beschermingsschema's waarvoor de functie voor apparaatbeheer is ingeschakeld.

USB-apparaten toevoegen aan de database

1. Open het beschermingsschema van een apparaat om dit te bewerken:

   Klik op de ellips (...) naast de naam van het beschermingsschema en selecteer Bewerken.

   Apparaatbeheer moet zijn ingeschakeld in het schema, zodat u toegang krijgt tot de instellingen voor apparaatbeheer.
2. Klik op het pijltje naast de schakelaar Apparaatbeheer om de instellingen uit te breiden en klik vervolgens op de link naast Acceptatielijst voor USB-apparaten.
3. Op de pagina met de acceptatielijst voor USB-apparaten die wordt weergegeven, klikt u op Toevoegen vanuit database.
4. Op de pagina voor beheer van de database van USB-apparaten die wordt weergegeven, klikt u op Toevoegen aan database.
5. In het dialoogvenster USB-apparaat toevoegen dat wordt weergegeven, klikt u op de machine waarop het USB-apparaat is aangesloten.

   Alleen machines die online zijn, worden weergegeven in de lijst met computers.

   De lijst met USB-apparaten wordt alleen weergegeven voor machines waarop de agent voor de preventie van gegevensverlies is geïnstalleerd.

   De USB-apparaten worden weergegeven in een boomstructuur. Het eerste niveau van de boom komt overeen met een apparaatmodel. Het tweede niveau komt overeen met een specifiek apparaat van dat model.

   Een blauw pictogram naast de beschrijving van het apparaat geeft aan dat het apparaat momenteel is aangesloten op de computer. Als het apparaat niet op de computer is aangesloten, wordt het pictogram grijs weergegeven.

6. Schakel de selectievakjes in voor de USB-apparaten die u wilt toevoegen aan de database, en klik vervolgens op Toevoegen aan database.

   De geselecteerde USB-apparaten worden toegevoegd aan de database.

7. Sluit het beschermingsschema of sla het op.

USB-apparaten toevoegen aan de database vanuit het deelvenster met computergegevens

1. Ga in de serviceconsole naar Apparaten > Alle apparaten.

2. Selecteer een computer waarop het gewenste USB-apparaat ooit is aangesloten, en klik vervolgens in het menu rechts op Inventaris.

   Het deelvenster met computergegevens wordt geopend.

3. Klik in het deelvenster met computergegevens op het tabblad USB-apparaten.

   De lijst met USB-apparaten die bekend zijn op de geselecteerde computer, wordt geopend.

   De USB-apparaten worden weergegeven in een boomstructuur. Het eerste niveau van de boom komt overeen met een apparaatmodel. Het tweede niveau komt overeen met een specifiek apparaat van dat model.

   Een blauw pictogram naast de beschrijving van het apparaat geeft aan dat het apparaat momenteel is aangesloten op de computer. Als het apparaat niet op de computer is aangesloten, wordt het pictogram grijs weergegeven.

4. Schakel de selectievakjes in voor de USB-apparaten die u wilt toevoegen aan de database, en klik vervolgens op Toevoegen aan database.

USB-apparaten toevoegen aan de database vanuit servicewaarschuwingen

1. Ga in de serviceconsole naar Dashboard > Waarschuwingen.
2. Zoek een waarschuwing van apparaatbeheer over het weigeren van toegang tot het USB-apparaat.

3. Klik in de eenvoudige weergave van de waarschuwing op Dit USB-apparaat toestaan.

   Hierdoor wordt het USB-apparaat uitgesloten van toegangsbeheer en wordt het voor later gebruik toegevoegd aan de database.

USB-apparaten toevoegen door een lijst met apparaten te importeren in de database

U kunt een JSON-bestand met een lijst met USB-apparaten importeren in de database. Zie Een lijst met USB-apparaten importeren in de database.

USB-apparaten verwijderen uit de database

1. Open het beschermingsschema van een apparaat om dit te bewerken:

   Klik op de ellips (...) naast de naam van het beschermingsschema en selecteer Bewerken.

   Apparaatbeheer moet zijn ingeschakeld in het schema, zodat u toegang krijgt tot de instellingen voor apparaatbeheer.
2. Klik op het pijltje naast de schakelaar Apparaatbeheer om de instellingen uit te breiden en klik vervolgens op de rij Accceptatielijst voor USB-apparaten.
3. Op de pagina voor het beheer van de acceptatielijst die wordt weergegeven, klikt u op Toevoegen vanuit database.
4. Klik op de pagina voor het selecteren van USB-apparaten uit de database op de ellips (...) aan het einde van het lijstitem voor het betreffende apparaat, klik vervolgens op Verwijderen en bevestig dat u wilt verwijderen.

   De USB-apparaten worden verwijderd uit de database.

5. Sluit het beschermingsschema of sla het op.