Processen uitsluiten van toegangsbeheer
De toegang tot het Windows-klembord, schermopname, printers en mobiele apparaten wordt beheerd via hooks die in processen worden geïnjecteerd. Als er geen hooks worden gebruikt in de processen, wordt de toegang tot deze apparaten niet beheerd.
Op de pagina Uitsluitingen kunt u een lijst met processen opgeven waarin geen hooks worden gebruikt. Dit betekent dat het toegangsbeheer voor klemborden (lokaal en omgeleid), schermopname, printers en mobiele apparaten niet op dergelijke processen wordt toegepast.
U hebt bijvoorbeeld een beschermingsschema toegepast dat de toegang tot printers weigert en vervolgens hebt u de Microsoft Word-toepassing gestart. Een poging om vanuit deze toepassing af te drukken wordt dan geblokkeerd. Maar als u het Microsoft Word-proces toevoegt aan de lijst met uitsluitingen, dan worden er geen hooks gebruikt voor de toepassing. Het afdrukken vanuit Microsoft Word wordt dan niet geblokkeerd, maar het afdrukken vanuit andere toepassingen wordt wel geblokkeerd.
Processen toevoegen aan uitsluitingen
-
Open het beschermingsschema van een apparaat om dit te bewerken:
Klik op de ellips (...) naast de naam van het beschermingsschema en selecteer Bewerken.
Apparaatbeheer moet zijn ingeschakeld in het schema, zodat u toegang krijgt tot de instellingen voor apparaatbeheer. - Klik op het pijltje naast de schakelaar Apparaatbeheer om de instellingen uit te breiden en klik vervolgens op de rij Uitzonderingen.
- Klik op de pagina Uitsluitingen, in de rij Processen en mappen op +Toevoegen.
- Voeg de processen toe die u wilt uitsluiten van het toegangsbeheer.
Bijvoorbeeld:
C:\map\submap\process.exe
.U kunt jokertekens gebruiken:
- * vervangt een willekeurig aantal tekens.
- ? vervangt één teken.
Bijvoorbeeld:
C:\map\*
*\map\submap?\*
*\process.exe
- Klik op het vinkje en klik vervolgens op Gereed.
- Klik in het beschermingsschema op Opslaan.
- Herstart de processen die u hebt uitgesloten, om te controleren of de hooks correct zijn verwijderd.
De uitgesloten processen hebben dan toegang tot het klembord, schermopname, printers en mobiele apparaten, ongeacht de toegangsinstellingen voor die apparaten.
Een proces verwijderen uit de uitsluitingen
- Klik op het pijltje naast de schakelaar Apparaatbeheer om de instellingen uit te breiden en klik vervolgens op de rij Uitzonderingen.
- Klik op de pagina Uitsluitingen op het pictogram van de prullenbak naast het proces dat u wilt verwijderen uit de uitsluitingen.
- Klik op Gereed.
- Klik in het beschermingsschema op Opslaan.
- Herstart het proces om te controleren of de hooks correct zijn geïnjecteerd.
Open het beschermingsschema van een apparaat om dit te bewerken:
Klik op de ellips (...) naast de naam van het beschermingsschema en selecteer Bewerken.
De toegangsinstellingen van het beschermingsschema worden dan toegepast op de processen die u hebt verwijderd uit de uitsluitingen.
Een proces in uitsluitingen bewerken
-
Open het beschermingsschema van een apparaat om dit te bewerken:
Klik op de ellips (...) naast de naam van het beschermingsschema en selecteer Bewerken.
Apparaatbeheer moet zijn ingeschakeld in het schema, zodat u toegang krijgt tot de instellingen voor apparaatbeheer. - Klik op het pijltje naast de schakelaar Apparaatbeheer om de instellingen uit te breiden en klik vervolgens op de rij Uitzonderingen.
- Klik op de pagina Uitsluitingen op het pictogram voor bewerken naast het proces dat u wilt bewerken.
- Pas de wijzigingen toe en klik op het vinkje om te bevestigen.
- Klik op Gereed.
- Klik in het beschermingsschema op Opslaan.
- Herstart de betreffende processen om te controleren of uw wijzigingen correct zijn toegepast.