Runbook maken
U kunt de onderstaande instructie volgen of de videoles bekijken.
Als u een runbook wilt maken, klikt u op Runbook maken > Stap toevoegen > Actie toevoegen. U kunt acties en stappen ook verplaatsen met slepen en neerzetten. Vergeet niet om het runbook een duidelijke naam te geven. Klik tijdens het maken van een lang runbook regelmatig op Opslaan. Wanneer u klaar bent, klikt u op Sluiten.
Stappen en acties
Een runbook bestaat uit stappen die achtereenvolgens worden uitgevoerd. Een stap bestaat uit acties die tegelijkertijd starten. Een actie kan bestaan uit:
- Een bewerking die moet worden uitgevoerd met een cloudserver (failover uitvoeren voor server, server starten, server stoppen, failback uitvoeren voor server). Als u deze bewerking wilt definiëren, moet u de bewerking, de cloudserver en de bewerkingsparameters kiezen.
- Een handmatige bewerking die u in woorden moet omschrijven. Wanneer de bewerking is voltooid, moet een gebruiker op de knop voor bevestiging klikken om het runbook voort te zetten.
-
De uitvoering van een ander runbook. Als u deze bewerking wilt definiëren, moet u het runbook kiezen.
Een runbook kan slechts één uitvoering van een bepaald runbook bevatten. Als u bijvoorbeeld de actie 'Runbook A uitvoeren' hebt toegevoegd, kunt u de actie 'Runbook B uitvoeren' toevoegen, maar kunt u geen andere actie 'Runbook A uitvoeren' toevoegen.
In deze productversie moet een gebruiker een failback handmatig uitvoeren. Een runbook toont de prompt wanneer deze verplicht is.
Actieparameters
Alle bewerkingen met cloudservers hebben de volgende parameters:
-
Doorgaan indien al gereed (standaard ingeschakeld)
Deze parameter definieert het runbookgedrag wanneer de vereiste bewerking al is voltooid (er is bijvoorbeeld al een failover uitgevoerd of een server is al actief). Wanneer dit is ingeschakeld, geeft het runbook een waarschuwing weer en gaat dan verder. Wanneer dit is uitgeschakeld, mislukt de bewerking en mislukt het runbook.
-
Doorgaan indien mislukt (standaard uitgeschakeld)
Deze parameter definieert het runbookgedrag wanneer de vereiste bewerking mislukt. Wanneer dit is ingeschakeld, geeft het runbook een waarschuwing weer en gaat dan verder. Wanneer dit is uitgeschakeld, mislukt de bewerking en mislukt het runbook.
Voltooiingscontrole
U kunt voltooiingscontroles toevoegen aan de acties failover uitvoeren voor server en server starten om te waarborgen dat de server beschikbaar is en de nodige services levert. Als een van de controles mislukt, wordt de actie als mislukt beschouwd.
-
IP-adres pingen
Het programma pingt het productie-IP-adres van de cloudserver totdat de server antwoordt of een time-out optreedt, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet.
-
Verbinding maken met poort (standaard 443)
Het programma probeert verbinding te maken met de cloudserver door gebruik te maken van het productie-IP-adres en de poort die u opgeeft, totdat de verbinding tot stand is gebracht of een time-out optreedt, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet. Op deze manier kunt u controleren of de toepassing die naar de opgegeven poort luistert, actief is.
De standaardtime-out is 10 minuten. Indien gewenst, kunt u deze waarde wijzigen.